‘Feminisme slaat echt nergens op!’ Pfff. Hoor ik het goed en komt dit echt uit de mond van mijn 15 jarige? Jazeker ik hoor hem goed. Hij vervolgt : ‘Nou, kijk, vroeger was de Dolle mina beweging. En die Dolle mina’s hebben vast veel gedaan voor gelijke kansen voor vrouwen in een tijd waarin dat nodig was. Maar de feministen van nu zijn geen echte feministen zoals toen. Het zijn verwende vrouwen. Ze beroepen zich op gelijke rechten en klagen over dat ze voor hetzelfde werk minder salaris krijgen dan mannen. Hoe belangrijk is dat nu echt? En weet je mam, volgens mij drinken ze liever thee en gaan ze wijn drinken in de stad met hun vriendinnen dan werken voor hun geld’. Huh, pardon? Hij staat met zijn armen over elkaar tegen het aanrecht geleund te oreren. Waar komt deze plotselinge maatschappijkritiek vandaan, vraag ik me af. En wat weet hij nu helemaal van de vrouwenkwestie. Na een drukke werkdag buitenshuis hak ik ui en paprika en courgette in stukken. Ik frons wat over dit spontane engagement. Komt dit nu voort uit mijn opvoeding?
‘Ja, haha’ vervolgt zoon alsof hij mij dit hoort denken, nu wat dunnetjes lachend. Hij is gekleed in een drukknopenjasje met naambadge. Het tenue van een vakkenvuller bij s lands grootste kruidenier. Net thuis na zijn derde keer werken in zijn eerste baantje. Zijn afgebakende twee uurs taak was dit keer het vullen van de koelschappen achter doorzichtige flapdeuren. Eerst met vlees, dan met vis. ‘Nou ja, ik weet niet echt of dat zo is hoor mam. Wat ik echt denk is dat het handig is als je accepteert dat ieder mens gelijk is. Dan heb je dat feminisme helemaal niet nodig. Want als je feminist wil zijn, dan vind je dat je als vrouw achtergesteld bent bij een man. Dat is makkelijk. Dat is zagen en klagen. Als je het echt vindt dan vind ik dat je beter iets kunt gaan doen waardoor die achterstand wordt weggenomen. Ga dan echt werken of de politiek in of zo!’
De politiek in! Opeens breng ik op de middelbare school in een middle of the road provinciestad in tuinbroek met houthakkersruiten overhemd en op geitenwollen sokken mijn stem uit op Ria Beckers van de PPR. Geïnspireerd door de Tegenpartij, door Tedje van Es en F. Jacobse, wie kent ze nog, die rake typetjes van Koot en Bie, organiseerden we als scholieren alternatieve Tweede Kamer verkiezingen. Ria Beckers! Wie kent háár nog? Die kloeke politica met korte krulharen en een sympathiek gezicht dat zo karakteristiek gesierd werd met een prominente wrat. Aan botox en fotoshoppen deed men nog niet en een politica droeg dezelfde soort kleren als mijn tante Joukje. Een geruite tweedrok tot net over de knie met coltrui en een bruin leren jasje met dito laars met beschaafde blokhak. Lekker vlot.
Waren dat dan betere tijden? Ik waag het te betwijfelen. Beluister je good old Neelie Smit, dan was het vroeger absoluut geen goede tijd voor de vrouw. Al is natuurlijk wel het een en ander ten goede veranderd sinds haar eigen start als werkende vrouw, jonge moeder bovendien. Een glazen plafond heeft ze nooit ervaren, toch waarschuwt ze. Te gast bij Pauw trekt ze flink van leer tegen Rutte over het geringe aantal vrouwen dat de VVD selecteert om plaats te nemen in zijn derde kabinet. Een kabinet zonder voldoende gekwalificeerde vrouwen is volgens Neelie vlees noch vis. Haar felrood gestifte lippen laten een scherpe afdruk na op het glas dat ze op de tafel terugzet. De nagels mooi gelakt en de vingers royaal van ringen voorzien, haar huid van hand en hals verraadt een hoge leeftijd. Had ze zich dan al die jaren voor niks beijverd? Ik had met haar te doen, zoals ze zich op haar geconserveerde oude dag druk maakte met deze publieke boodschap voor haar partijleider. Deed ietwat pijnlijk gekunsteld aan. Ze had het zich gemakkelijker kunnen maken. Hoe dan? Door thuis te blijven en Mark te bellen en het hem vertellen in plaats van zo laat op de avond in een televisiestudio gaan zitten? Of is dat flauw van mij. En vind ik het diep in mijn hart ronduit beschamend dat zij op haar oude dag een eenzame pleitbezorgster is voor volgende generaties vrouwen aan het werk.
Terug in de werkelijkheid van mijn keuken. De pasta in de pan wordt zacht. Ik neem een slok en breng in mijn hoofd een toost uit op Ria, op Neelie, op tante Joukje en ook op mijn moeder. Bedankt vrouwen!
Zoon praat verder, onwetend van mijn gedachtesprongetjes naar elders. Dochter mengt zich inmiddels ook in het gesprek, zegt tot broer: ‘’ joh, doe normaal! Je kan toch gewoon worden wat je wil en dan neem je een baan die je leuk vindt, één die vet lekker betaalt!’ Als ik vraag wat voor soort baan dan zegt ze dat ze misschien dokter wil worden. Mijn enthousiasme over deze inbreng en over deze optie hou ik wijselijk binnensmonds.
Zoon negeert dochter compleet en geeft zijn eigen verhaallijn een wending: ‘het tegenovergestelde is trouwens ook waar. Als je ongelijkheid accepteert, dan hoef je ook niet te doen alsof je streeft voor gelijkheid, want ongelijkheid is er altijd. Dus niet iets wat je makkelijk weg krijgt’. Stilte. Zoon pauzeert om adem te halen en vervolgt: ‘Ach, weet je mam, er is altijd wel iemand op de wereld of een of andere groep die vindt dat hij ongelijk behandeld wordt. Stop gewoon met jezelf vergelijken met anderen en verstop je niet achter grote woorden als feminisme of emancipatie. Want daar word je als mens ongelukkig van. Je moet gewoon je eigen leven mooi maken’.
Dat is zijn slotzin. Hij is klaar. De pasta ook. Ik giet het water af. We kunnen aan tafel. Of nee, nog even wat extra’s doen aan een saus die de smaak bepaalt.
Met de vrouwenkwestie is het net als toen ik zwanger was. Opeens zag ik de wereld vol met dikke buiken. Nu zie ik overal bewijs dat emancipatie mensen een stem geeft.
Giel Beelen heeft geen moeite met het gegeven dat Veronica alleen blanke mannen als dj heeft. ”Behalve dat gezeik over mijn salaris, ben ik ook blij dat ik van dat politiek correcte gelul over diversiteit op de radio verlost ben. Het gaat erom dat de beste makers op de juiste plekken zitten. Als je radio maakt voor de middelbare man, lijkt me een ploeg als die van ons een uitstekend idee.’ Ik vang een reactie van een twitteraar: ‘Al had je alleen de paus als publiek Giel Beelen! Dan nog doet het er toe dat het niet alleen maar witte mannen zijn die hun stem laten horen en daarmee het kader bepalen.’ Dat is nog eens ongezouten kleur bekennen!
Is emancipatie nastrevenswaardig? Een ronde langs mijn vriendinnen, vol in het leven staand, lijkt dit te bevestigen. Een van hen is net gestart in een organisatie waarin voornamelijk mannen werken. Als bewijs van haar plek in deze wereld ontvang ik een kopie van vermelding in de top 10 van vrouwen binnen de Nederlandse overheid. Plaatsvervangend trots ben ik. Ook ben ik trots op Gloria Wekker, emeritus hoogleraar antropologie die onlangs de Joke Smit prijs kreeg uitgereikt voor haar levenslange werk in het teken van de achterstand van zwarte vrouwen. Gloria staat wat verderaf. Ik ken haar niet. Nooit van gehoord zelfs. Ze zit bij Eva Jinek aan tafel en trekt van leer tegen de houding van de witte Nederlander in rassendiscriminatie, met haar boek ‘White Innocence’. De identiteitspolitiek die zij bepleit lijkt globaal van dezelfde orde als het kwaliteitsstempel dat Giel Beelen geeft aan zijn witte mannen bij de omroep. Blanke mannen blanke praatjes, zwarte vrouwen, zwarte praatjes, witte vrouwen, witte praatjes?
In de ogen van Gloria ben ik wit en vast niet onschuldig. Moeite heb ik met haar benaderwijze terwijl ik gnuif bij de teksten van Giel. Zo ik iets ben, ben ik een mens. Net als dat van Giel en Gloria is ook mijn praatje en dat van mijn pubers, gekleurd door perspectief, sociale context en tijdgeest.
Nog lang niet vol van reflectie, knort mijn buik nu vooral om eten. Vrolijk draai ik aan de molen, de peper valt in de saus. Ik heb trek in die pasta multicolore. Aan tafel!